Code voor goed bestuur

Inhoud

1 CONTEXT 

Het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) legt in art. 434 §5 op dat de algemene vergadering van een intergemeentelijk samenwerkingsverband een code van goed bestuur dient vast te leggen die van toepassing is op de leden van de raad van bestuur. 

2 BELEIDSDOELSTELLINGEN VLAANDEREN 

2.1 visie op Corporate governance en code van goed bestuur 

De visie van Corporate Governance is dat de werking van een organisatie permanent dient te worden aangepast aan de noden van de vennoten (op bestuursniveau). Deugdelijk of goed besturen is daarbij een middel om het doel te bereiken en mag nooit een doel op zichzelf zijn. De belangrijkste doelstelling van corporate governance is immers waardecreatie op lange termijn. (Code Buysse II) Binnen dezelfde logica leidt corporate governance tot een professionalisering en het aligneren van de diverse organen en hun werking; een integer en transparant besluitvormingsproces; betere, meer objectieve beslissingen met het oog op het langetermijnsucces van de onderneming; en biedt een houvast bij het bepalen en evalueren van de doelstellingen van de onderneming en de wijze waarop die doelstellingen moeten bereikt worden. Corporate governance mag niet leiden tot geheel van formele verstikkende spelregels. De geest van de corporate governance-aanbevelingen dient te primeren op de vorm. Een code van goed bestuur past in dezelfde filosofie. Het vormt de neerslag van de verwachtingen en eisen die de vennoten stellen aan de bestuurders van de organisatie. De code legt duidelijke afspraken vast en licht de taken en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur toe. 

2.2 code van goed bestuur in het Decreet Lokaal Bestuur 

Het Decreet Lokaal Bestuur legt in art. 434 §5 op dat de algemene vergadering van een intergemeentelijk samenwerkingsverband een code van goed bestuur dient vast te leggen die van toepassing is op de leden van de raad van bestuur. Deze code dient te worden meegedeeld aan de toezichthoudende overheid. 

3 GENDER 

Het onderstaande ontwerp spreekt over de ‘bestuurder’. Dit is een mannelijk woord, vandaar dat de bepalingen geformuleerd worden in termen van ‘hij’. Uiteraard is een evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in de raad van bestuur gewenst en na te streven. 

4 CODE VAN GOED BESTUUR 

  1. De bestuurder is zich bewust van de voorafgaande voorwaarden bij de aanvaarding van dit mandaat. 
  2. De bestuurder zorgt ervoor voldoende beschikbaar en aanwezig te zijn. 
  3. De bestuurder is bereid voldoende tijd te besteden aan de voorbereiding van de vergaderingen. Hij bestudeert de agenda en de nota’s die worden ter beschikking gesteld voor, tijdens en na de vergadering van de raad van bestuur. Hij geeft tijdig zijn opmerkingen aan de voorzitter over het ontwerp van de notulen dat hij heeft ontvangen, dan wel over enig ander document.
  4. De bestuurder informeert zich grondig alvorens een mandaat op te nemen en ziet erop toe dat hij zijn kennis over de vereniging, de activiteiten, structuren, strategie en management, de aandeelhouders en alle andere belangrijke belanghebbenden verdiept. De bestuurder gedraagt zich ethisch en integer conform aan de governance codes en praktijken van de vereniging. De bestuurder is in staat om de gedragswijze en de gemeenschappelijke waarden van de vereniging te identificeren. 
  5. De bestuurder behartigt, vanuit een lange termijnvisie en met het oog op continuïteit. Hij oefent zijn mandaat uit in het belang van de vereniging en heeft bijzondere aandacht voor het bevorderen van de uitbouw en de reputatie van de organisatie. 
  6. De bestuurder streeft naar een gelijkwaardige behandeling van alle aandeelhouders zonder onderscheid en ziet erop toe dat de rechtmatige belangen van andere belanghebbenden gerespecteerd worden. 
  7. Integer gedrag van een bestuurder bestaat minimaal uit de naleving van zowel geschreven, naar de letter en vooral naar de essentie ervan, als ongeschreven regels en gebruiken van de vereniging. 
  8. De bestuurder respecteert de wettelijke bepalingen, met betrekking tot de organisatie alsook de in de raad van bestuur of algemene vergadering vastgelegde afspraken. 
  9. De bestuurder acht zich voldoende bekwaam om de organisatie mee te besturen en stelt daarnaast specifieke competenties ten dienste van de werking van de organisatie.
  10. De bestuurder is zich goed bewust van de taken die hij als bestuurder moet opnemen tijdens de uitoefening van zijn mandaat. De bestuurder neemt de taken die hij in zijn hoedanigheid van bestuurder moet vervullen en deze die de raad van bestuur moet vervullen, ter harte. Hij dient daarbij niet enkel oog te hebben voor de formele uitvoering van zijn taken, maar heeft evenzeer bijzondere aandacht voor het bevorderen van de uitbouw en de reputatie van de vereniging. Hij draagt bij tot de ontwikkeling en de verbetering van de dynamiek van de raad van bestuur. Hij interesseert zich voor de belangrijkste gegevens van een dossier of van een situatie die bepalend is voor de vereniging met een wil om bij te dragen aan de prestaties en aan de continue en evenwichtige ontwikkeling van de vereniging. 
  11. De bestuurder neemt actief en op een positieve manier deel aan de werking van de raad van bestuur en draagt daarbij collegialiteit en dialoog hoog in het vaandel. 
  12. De bestuurder is zich bewust van het maatschappelijk belang en het publieke karakter van de vereniging. De bestuurder handelt eerlijk en in goed vertrouwen in het belang van de organisatie en laat bij de besluitvorming geen persoonlijke motieven, vooroordelen of belangenconflicten spelen en laat geen belangen, die enkel voor de eigen vennoot die hij of zij vertegenwoordigt gelden, primeren. Hij streeft steeds naar een onafhankelijke opstelling ten aanzien van alle stakeholders. 
  13. De bestuurder ziet toe op de kwaliteit van de werking van de raad van bestuur en aanvaardt dat de werking ervan en zijn eigen bijdrage geëvalueerd kan worden. 
  14. De bestuurder neemt kennis van en inzicht in zijn mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid en mogelijke risico’s van de organisatie. 
  15. De bestuurder waarborgt een volledige transparantie ten opzichte van alle betrokken stakeholders (op de eerste plaats de collega-bestuurders en de leden) voor wat betreft informatieverstrekking, uitvoering van beslissingen en het nakomen van afspraken, bijvoorbeeld inzake lobbying en externe representatie van de organisatie.
Deel dit bericht

Deze website gebruikt cookies zodat je een betere web ervaring krijgt. Door verder te gaan op deze site, ben je akkoord met ons gebruik van cookies.